De grenache als enige terroirgebonden parel van de zuidelijke Rhône: “De pinot noir van het zuiden of de nebiolo van de Rhône”
Een pleidooi houden voor de wijnen van de zuidelijke Rhône is onlosmakend verbonden met een passioneel pleidooi voor de grenachedruif. Hoewel in de zuidelijke Rhône maar liefst 21 variëteiten van de vitis vinifera zijn aangepland en door diverse appellaties worden toegelaten in wit en rood, moet toch worden vastgesteld dat de zuidelijke Rhône toch zwaar gedomineerd wordt door de grenachedruif (45% van de totale aanplant in rood; 27% in witte aanplant). Is dit toeval?
Uiteraard is dit geen toeval en in wijnbouw is ‘toeval’ enkel een woord dat mag worden gebruikt wanneer we het over klimatologische omstandigheden gaat…en dan nog. De toevalsfactor in de vinologie en in de wijnbouw is volledig vervat in het woord ‘terroir’.
Terroir is zowat het enigste Frans woord dat niet door een andere taal kan worden vertaald en omvat vier verweven componenten (G.K.D.C-componenten):
- Geologie (alle wat met de bodem te maken heeft )
- Klimatologie (alles wat met het weer te maken heeft)
- Cultuur (alles wat met de mens en zijn geschiedenis te maken heeft)
- Druif (alles wat met de kenmerken van de druif te maken heeft)
Maar wat juist zo onder vuur komt te staan is de theoretische benadering van de GKDC-componenten!
Wat in het magazine TONG in nummer 2 van 2009, een magazine dat trouwens voor elke sommelier die zijn titel waardig wenst te dragen verplichte literatuur zou moeten zijn, over terroir staat geschreven is nergens zo polemisch geïllustreerd:
- “Grapes are Terroir” (prof. van Leeuwen, Univesiteit van Bordeaux)
- “Dispite what many experts believe, terroir is not a myth” (Claude & Lydia Bourguignon, Laboratoir d’Analyse Microbiologique des Sols)
- “There is an inescapable truth in wine-making: location is everything” (Brain Croser, Autralische referentie voor terroirgebonden wijnen)
- “I believe in grapes, not in terroir. Terroir is a commercial concept” (Filip Verheyden, uitgever en hoofdredacteur van Tong)
- “Terroir is more closely connected to the history of laws than to nature” (Serge Wolikow & Olivier Jacquet, (wijn)sociologen aan de wijnuniversiteit te Dijon)
Nergens werd in 48 blz zo levendig de discussie rond het woord terroir gevoerd. De pro’s en de contra’s krijgen hun verhaal. Maar het feit dat grenache in de zuidelijke Rhône zo succesvol is, is dus wat mij betreft wel degelijk een verhaal van terroir.
Ik verklaar mezelf als een terroirbeliever (wat mij helemaal nog niet brengt tot een appelletatie-believer). Men plant geen grenache in zuidwest Frankrijk, zoals je geen tannat plant in de zuidelijke Rhône (anekdote: Domaine La Soumade (Romero) is goed bevriend met Alain Brumont en fan van diens wijnen, dermate dat hij de tannat heeft aangeplant in de rasteau. Resultaat: wijnen die na tien jaar vatlagering nog steeds ondrinkbaar hard waren. Hij heeft zijn tannatdruiven maar weer gerooid).
De grenache is een druif die een bepaald terroir vraagt dat zich situeert rond de middellandse zee. En toch probeert men deze edele druif ook aan te planten in andere biotopen, zoals in Argentinië, Mexico, Australië of in Californië. En voor zover ik weet zijn het allemaal geen noemenswaardige successen (op één uitzondering na: Bonny DOON in Californië, maar die man is dermate passioneel & artistiek bezig dat dit echt bewijst dat uitzondering deze regel bevestigen; Le Cigare Volant is echt een fantastische wijn).
Wereldwijd is de grenachedruif over 240 000ha geplant en vastgesteld in 19 landen (Zuid-Afrika, Algerije, Argentinië, Australië, Brasilië, Ciprus, Spanje, USA, Frankrijk, Griekenland, Israël, Italië(Sardinië & Sicilië), Marokko, Mexico, Peru, Dominicaanse Republiek, Tanzanië, Thailand en Tunesië), maar Frankrijk (95 000ha) en Spanje (104 000ha) nemen samen bijna 200 000ha voor hun rekening, wat 83% van de totale grenacheproductie betekent over de gehele wereld. Wanneer je enkel het basin van de Méditéranée in ogenschouw neemt (inclusief Italië, Ciprus, Griekenland, Israël, Tunesië en Marokko, samen met Frankrijk en Spanje) dan omvat dit meer dan 92% van de wereldproductie van alle grenache gedomineerde wijnen. Grenache is daarentegen wel de meest aangeplante variëteit in de wereld. Bij wijze van voorbeeld:
- Grenache: 240 000ha
- Merlot: 200 000ha
- Cabernet Sauvignon: 165 000ha
- Chardonnay: 130 000ha
- Syrah: 65 000ha
- Pinot Noir: 60 000ha
Is dit toeval?
Het feit dat grenache niet overal ter wereld succesvol is en zich duidelijk anders gedraagt dan bijvoorbeeld cabernet sauvignon, chardonnay of zelfs syrah (die wel worldwide zijn verspreid), wijst op de grote terroirgebondenheid van deze druif. Het is met andere woorden een eigenzinnige druif die een eigen biotoop vraagt. En die vindt ze duidelijk op de arme rotsachtige geologische bodem in de lichte glooiing van de heuvels van het middellandse zeegebied.
Grenache werd het eerst geregistreerd in de 12de eeuw in Spanje (Aragon bij Madrid) en wordt aldus beschouwd als een druif met Spaanse origine. Hij draagt daar namen als: granacha, granaxa, garnacha, garnacho (in andere Spaanse provincies kan je hem tegenkomen onder de namen: alicantina, mencida, aragonès, lhadoner of tinta menuda). Ook in Frankrijk heeft hij verschillende namen afhankelijk van de wijnregio’s:
- In de Languedoc: carignane rousse
- In de Haute-Garonne: redondal
- Basses Alpes: sans-pareil
- Of in Sardinië: cannono, cannonao of cannonaddu
Grenache is een variëteit die vrij vroeg in bloei komt (half april). Hij produceert zeer weelderige vegetatie en sterke twijgen en takken om de droogte en de hevige & overvloedige winden (mistral in de Rhône of de tramontane in de Roussillon; en de siroco van over de zee) te kunnen trotseren. Het is een druif die zijn beste resultaten behaalt op lichte hellingen met een droge arme bodem. Wanneer hij op rijke vruchtbare grond wordt gepland verliest hij zijn typische karakter.
De grenachedruif is dikwijls behoorlijk alcoholisch en koppig tegenover de natuur. Hij kan extreem veel produceren (80hl/ha) het ene wijnjaar, terwijl hetzelfde grenacheperceel een andere wijnjaar amper 20hl/ha produceert. Dit komt doordat hij zeer gevoelig is aan de schimmels mildiou en grijze rot (black rot) en ook gevoelig is aan diverse bacteriologische infecties (eigenaardig genoeg resistenter aan de odiumschimmel). Ook de keuze van Amerikaanse onderstok moet zeer overwogen gebeuren in functie van de GKCD-componenten. Men kiest beter een zwakke porte-greffe om de weelderige vegetatie van de grenache ietwat te metriseren. De druif heeft een vrij dunne schil (vandaar ook zijn schimmelgevoeligheid) en heeft daardoor een matige kleurintensiteit. Als men hem lang laat rijpen en laat plukt kan de grenache een zeer hoog suikergehalte bekomen, waardoor hij zeer geschikt is voor sterke zoete wijnen (rasteau, banyuls, maury).
Hoe lager het rendement van deze druif, hoe fijner hij wordt, zeker op kalkhoudende keiengrond.
De wijnen van de grenachedruif zijn zeer delicate wijnen die vlug verouderen, in het bijzonder in kleur. Ondanks de vlugge kleur’oxidatie’ blijft de wijn heel lang zijn smaakspectrum behouden. Op vele vlakken heeft deze druif gelijkenissen met pinot noir of nebiolo. Op jonge leeftijd toont hij vaak veel glycerol op het glas, waardoor hij rond en alcoholisch kan overkomen. Een fruitige neus van kersen, cassis en braambessen gecombineerd met kruidennuance en toetsen van chocolade. Na vijf jaar en wat oxidatieevolutie komen rijpe geuren van cacao en droge vijgen sterk naar voor.
Zeer fijn enn complex gemaakte grenache kan lang bewaren en verrassend fris overkomen. Normaal gemaakte fruitige grenache zijn vaak rond en soepel en dienen eerder jong gedronken te worden. Dit gezegd zijnde is het duidelijk dat grenache ook een druif is van de wijnbouwer (en dus niet allen terroirgebonden). De competentie van de wijnbouwer is van gigantisch belang in functie van de kwalitatieve output van de grenache. Zoals je met pinot noir al te vaak tegen komt, is dit ook zo bij grenache: er zijn relatief meer matige grenachewijnen dan grote grenachewijnen.
Gezien grenache geen gemakkelijke druif is en dat vaak de expressie in minder evidente jaren niet overweldigend is, zijn zuidelijke Rhônewijnen dan ook vaak assemblagewijnen. Meer nog, vele aoc-decreten laten monocépagewijnen niet toe. Je zult dan ook in cru’s niet vaak 100% grenachewijnen terugvinden. Vaak gebruikt men syrah om wat meer kleur en structuur aan de grenache te brengen, iets wat je ook met mourvedre verkrijgt; cinsault is dan de druif die wat meer molligheid en fruitigheid aan de assemblage toevoegt. Zoals eerder aangeduid is de assemblage vaak het gevolg van de terroirdiversiteit in de zuidelijke Rhône, iets wat amper bestaat in de noordelijke Rhône (waardoor er dus daar gemakkelijker met één druif wordt gewerkt). Prachtige terroirgebonden grenache is perfect te vinifieren als een monocépagewijn, waarbij Chateau Rayas in feite het type voorbeeld is.
Meer en meer is men trouwens ervan overtuigd om de grenache in het zuiden van de Rhônevallei nog meer in ere te stellen en zijn kwalitatief belang te laten toenemen in de diverse appellaties. Bij de creaties van de diverse appellaties in het zuidelijke deel van Frankrijk, kort na de tweede wereldoorlog, bestond de grenache-aanplant amper uit 20 000ha, in de jaren 80 bedroeg dit reeds 80 000ha, vandaag dus 95 000ha. Meer nog, men gaat nieuwe variëriteiten ontwikkelen rond en met de grenache:
Er bestaan vandaag 20 clonen van de grenache/granacha: oa Alicanté (als oude soort)
Nieuwe soorten:
- Caladoc: grenache/cot (ventoux)
- Chenanson: grenache/jurançon noir
- Ganson : grenache noir/jurançon noir
- Gramon : grenache noir/ aramon noir
- Monerac : grenache/aramon
- Portan : grenache noir/ blauwe portugezer
Grenache is een passionele druif, voor gepassioneerde wijnliefhebbers
Zowel het cultiveren, het vinifiëren als het degusteren van deze druif moet met de nodige zorg en kennis gebeuren. In deze optiek is grenache geen gemakkelijke druif, eerder een erudiete druif. Ook op dit vlak zijn de gelijkenissen met pinot noir en nebiolo frapant.
De meest uitgesproken vaststelling is dat er zoveel grenacheverschillen bestaan, dan dat er grenachewijnbouwers bestaan. Elke wijnbouwer en in functie van zijn terroir kan heel specifieke kenmerken in zijn grenachewijn steken. De grenache-expressie van Rayas heeft weinig te maken met deze van Clos des Papes. De grenachetoets in Clos des Freres is expressief niet te vergelijken met zijn terroirbuur Sang des Cailloux. De Gigondas van Raspail-Ay is zowaar de tegenpool van de Gigondas van Santa Duc, terwijl ze allemaal stuk voor stuk zeer mooie wijnen zijn. Het lappendeken van de Bourgogne met zijn pinot noir, zou aldus ook kunnen worden doorgetrokken in de zuidelijke Rhône.
De grote appellaties in de Rhône : Chateauneuf-du-Pape, Vacqueyras, Gigondas, Ventoux, en sommige sublieme CdR-Villages, zijn niet alleen verrijkt door hun kundige wijnbouwers (met elk hun karakter en wijnvisie), maar ook door hun terroirdiversiteit. De identiteit van de grenache is zoals bij de Gentse Waterzooi: elke goede kok kan een waterzooi klaarmaken, maar geen enkele waterzooi zal identiek smaken.
Wanneer je de kracht van de grenache van Domaine Le Plan vergelijkt met de finesse van de wijnen bij Escaravailles of de complexiteit van de grenache bij Chateau Fortia, zou je haast denken dat we telkens over een andere druif spreken. Wijn is dus meer dan druiven alleen.
De vereenzelviging met grenache betekent fundamenteel verbonden zijn met het terroir van het middellands zeegebied, in het bijzonder de zuidelijke Rhône. Je moet zowaar genetisch verbonden zijn met de regio opdat je het terroir kunt begrijpen. Als Gentenaar is dit verdomd moeilijk. Ik heb in Vacqueyras nu dertien millésimes achter de rug en ze zijn allemaal verschillend. Ik ben nochtans dezelfde gepassioneerde wako gebleven en de geologie van de bodem ligt er als eeuwen zo bij. Het zijn subtiele elementen die de rol van het terroir verklaren, waarop de grenache als geen ander telkens anders reageert. Als wijnbouwer moet je uw wijngaard ademen en voelen, dus ook aanvoelen. Van op afstand is dit niet altijd mogelijk. Gelukkig heb ik een Franse boezemvriend die mij helpt in mij biologische aanpak en zowaar met de grenachedruif geboren is. Maar (ondanks mijn ontembare passie) ik heb de terroirgenen niet op dezelfde manier meegekregen dan bij Jérémy. Misschien wordt ik daardoor nooit een super grote wijnbouwer. Want ‘to be grenache, or not to be” is ‘not the question, it’s a winefact’ en is zowaar gelijk als het ‘zijn’ van een terroirmens.
En dit kan je pas zijn als je daar geboren bent.
Erwin Devriendt
Consul Baronie Gent
Reactie plaatsen
Reacties