AOC Châteauneuf-du-Pape

Een uitzonderlijk terroir

Châteauneuf-du-Pape staat trots op een 120 meter hoge heuvel in het hart van de vlakte van Comtat Venaissin. In het departement Vaucluse ligt het halverwege tussen twee prestigieuze steden, Avignon en Orange. Op een paar honderd meter van het dorp herinnert de linkeroever van de Rhône eraan dat de geschiedenis van deze wijngaard nauw verbonden is met die van de rivier.

Miljoenen jaren geleden zorgden de zeeën van het secundair en tertiair tijdperk voor de opeenstapeling van zeer dikke opeenvolgende sedimentlagen, die vandaag de ondergrond van de wijngaard vormen. Na de terugtrekking van de laatste zee van het tertiair tijdperk nam de Rhône dit gebied over en vestigde zich er, samen met al zijn zijrivieren. Zo ontstond het "domein van de Rhône", waar de koning van de rivieren al 2,5 miljoen jaar werkt. Tijdens het Quartair wisselden glaciale en gematigde fases elkaar af. In de loop van de tijd en afwisselend glaciale en interglaciale perioden heeft de Rhône verschillende alluviale terrassen van kiezelstenen afgezet (hoog, middelhoog, laag, modern), materiaal dat uit de Alpen werd gehaald en honderden kilometers werd meegevoerd en vervolgens overal in de vallei werd achtergelaten. Het hoogste van deze terrassen is het oudste; het bekroont de heuvels van Châteauneuf-du-Pape en hult ze in prachtige tauwnekleurige kiezels die op rode klei rusten.

De wijnen van Châteauneuf-du-Pape zijn nauw verbonden met de bodem en ondergrond waarop de wijngaarden zijn aangeplant, en er zijn drie grote families in het productiegebied:- Krijtkalksteen in het westen van de appellation (Lampourdier-massief, La Gardine en Vaudieu). De bodems en ondergrond bestaan uit kalksteen met hier en daar een mergelbed (een mengeling van kalksteen en klei); - laat tertiaire zanden, zandstenen en mergels in het oosten en noorden van de appellation. de kiezelterrassen uit het oude Quartair (de hoogste plateaus: Fargueirol, Bois-Sénéchaux, La Crau, en die ten noorden van de appellation (Coudoulet) en ten zuiden, Les Gallimardes, etc.).

De ondergrond bestaat meestal uit rode klei. Om water te krijgen, kunnen de wijnstokken tot drie meter diep wortelen, waardoor de 'oude wijnstokken' druiven van de hoogste kwaliteit produceren. De bodem is een essentieel onderdeel van het begrip terroir, dat ook het klimaat, de teelttechnieken, de ervaring van de wijnbouwers en de druivenvariëteiten combineert. Het komt hier in het bijzonder tot uiting in de 'quartiers', percelen die verbonden zijn aan een plaats en die dankzij meerdere parameters (blootstelling, bodem, leeftijd van de wijnstokken, enz.) wijnen met unieke kenmerken voortbrengen. Om hun cuvées te maken, spelen de wijnbouwers in op deze diversiteit door wijnen van oogsten van verschillende terroirs te mengen, of er juist één te kiezen bij het selecteren van een perceel.